Tartiflette
Onlangs voor het eerst tartiflette gegeten…met Reblochon. Ik zou willen dat ik dat veel eerder gedaan had. Man, wat is dat lekker zeg. Comfort food pur sang. Mij maak je blij met dit soort kazige, romige, zoutige, ovengerechten. Bij de kaasboer haalde ik een ‘echte’ Reblochon wat voor ons 2-en een vrij groot kaasje bleek. Achteraf gezien helemaal niet erg want daardoor kon ik het een tijdje later nog een keer maken. De andere helft moest tenslotte ook op.
Ergens las ik het verhaal waar de naam Reblochon vandaan komt. Weten jullie dat? De kaas komt oorspronkelijk uit de Haute-Savoie. Het werd voor het eerst geproduceerd in de 13e eeuw in Thônes vallei. Toentertijd moesten de boeren belasting betalen naar aanleiding van de hoeveelheid melk dat hun koeien produceerden. Op de dagen dat de landeigenaar langs kwam om te innen molken de boeren hun koeien maar een klein beetje om op die manier zo min mogelijk belasting te hoeven betalen.
Zodra de landeigenaar weg was werden de koeien voor een 2e keer gemolken. De kwaliteit van de melk was minder goed maar wel erg romig. Ideaal om kaas van te maken.
Reblochon dankt dus zijn naam aan, ik vind het onschuldige, fraude. Haha. ‘Re-blocher’ betekent in het Frans: ‘pincer les pis de la vache une deuxième fois’. Een tweede keer in de uier van een koe knijpen. Vrij vertaald.
Ik vond het een leuk achtergrond verhaal. Maar goed ik maakte dus tartiflette.
Ook dit is weer een recept wat niet zo nauw let op hoeveelheden. Je kan het makkelijk voor meerdere maken of zoals ik, voor ons 2tjes. Het schaaltje op de foto hierboven/onder was genoeg voor ons beide, ieder de helft.
Ingrediënten:
- Half kaasje Reblochon. Laat de kaas tot gebruik in de koelkast liggen anders begint hij al te ‘lopen’.
- ongeveer 4 à 5 medium aardappelen, geschild en in dunne plakjes gesneden. Genoeg om 2 lagen mee te maken.
- 100 gram gerookte spekjes
- 1 klein uitje, gesnipperd
- 2 teentjes knoflook, fijngehakt
- Scheut witte wijn
- 3 à 4 eetlepels crème fraiche
- peper en zout
- boter
Zo maak je het:
- Kook de aardappelschijfjes een minuut of 4 voor zodat ze beetgaar zijn. Niet zo gaar dat ze uit elkaar vallen. Giet af en zet opzij.
- Verwarm de oven voor op 200 graden en vet je ovenschaal in met boter.
- In een koekenpan bak je de spekjes en voeg je de uien en knoflook toe. Schenk een flinke scheut witte wijn, of evt kippenbouillon, toe en laat het grotendeels inkoken. Breng op smaak met zout en peper. Niet te veel zout ivm de spekjes. Zet daarna het vuur uit.
- Verdeel de helft van het spekjesmengsel over de bodem van je ovenschaal. Leg daarop de helft van de aardappelschijfjes. Vervolgens de andere helft van de spekjes. En daar weer op de rest van de aardappelschijfjes.
- Smeer de crème fraiche over de aardappelschijfjes en beleg met dikke repen kaas.
- Bak in de oven tot de kaas gesmolten en goudbruin is. Ongeveer een half uurtje.
- Serveer er een frisse groene salade bij.
cheeseandchinese says
Ohhh dit lijkt me heeeeerlijk zo tijdens de winter! Echt comfort food..
I am Cooking with Love says
Precies. En echt niet moeilijk om te maken. Win win dus. ?
Martine - Duizenden1dag says
Oh nee he, Nu heb ik hier enorme trek in 🙂
I am Cooking with Love says
Erg hè? 😉